Presentmomenten

Een Presentmoment is een moment waarop je de meerwaarde van je vrijwilligerswerk kan proeven, een moment waarbij je een zalige glimlach tovert op het gezicht van een zorgvrager door op een speciale manier 'present' te zijn. Het is een betekenisvol moment waarvan je achteraf denk: hier doe ik het voor!

Als bezoekvrijwilliger ben ik ook present op de afdeling neurologie. Ik denk nu aan een man van 70 jaar met een halfzijdige verlamming na een beroerte in de rechterhersenhelft. Hij fluisterde me toe dat hij het contact met zijn enige dochter verloren had. Door zijn verlamming was het voor hem echter niet meer mogelijk om een brief te schrijven. Ik stelde hem voor om samen een brief te schrijven. Vol emoties dicteerde hij mij de woorden van spijt aan zijn dochter en dat hij het contact wou herstellen. En zie… een week later kwam zijn dochter bij hem op bezoek. Dat maakte hem (maar ook mij) zo ontzettend blij. Het is prachtig dat iets kleins, als het schrijven van zijn brief, zo’n mooie gevolgen kan hebben…

Een aantal jaar geleden stond ik op zondag in voor de verzorging van Anna, een vrouw die voor een vrij lange periode opgenomen was in het ziekenhuis. Ik had een goeie band met haar en ze noemde mij ‘de beste vrijwilliger van het ziekenhuis’. Anna had een eenpersoonskamer in het ziekenhuis en was heel erg eenzaam. Ze kreeg niet vaak bezoek en verveelde zich enorm alleen op haar kamer. Ik raadde Anna aan om te verhuizen naar een andere kamer waar ze samen met andere patiënten zou liggen. Het probleem was dat Anna van een bepaalde komaf was en dat een kamer met meerdere patiënten ‘beneden haar stand’ was. Ze sloeg mijn goede raad dus in de wind, dacht ik. Een week later kwam ik opnieuw in het ziekenhuis en wilde ik Anna een bezoekje brengen. Ik vond haar niet terug op haar kamer en een beetje verder in de gang zag ik Anna liggen op een kamer samen met vier andere patiënten. Ze had zo veel plezier en ze bedankte me voor de goeie tip. Ze vond het geweldig om een kamer te delen met andere mensen en voelde zich niet meer eenzaam.

Onlangs werd ik zeer aangenaam begroet: “Ik wacht  op jouw bezoek zoals een kind op Sinterklaas”. Sinds haar opname in het ziekenhuis voor kanker kreeg deze patiënt dagelijks meerdere mensen over de vloer: dokter, diëtist, verpleegkundige, psycholoog, dermatoloog en natuurlijk de familieleden. Al die personen kwamen steeds binnen met één bezorgde vraag “Hoe is het?”, gevolgd door medische vragen en diagnoses. Het kwam de patiënt de oren uit.  “Jij bent de enige met wie ik een normaal gesprek kan voeren: over de kinderen, over het nieuws, over de buurt, over de mode, over roddels in de boekjes. Dat vind ik zalig: gewoon om naar te luisteren en om mee te kletsen. Onze gesprekken doen me altijd lachen en ik moet voor enkele uren eens niet aan kanker denken.”

Drie keer per week ligt hij vier uur aan de machine voor nierdialyse. Ik geef hem een luisterend oor en hierdoor vergeet hij even zijn fysieke ongemakken en begint hij mij met blinkende ogen te vertellen over zijn vroegere werkkring. “Fijn hé, zo’n klapke doen”, zei de verpleegkundige tegen de patiënt. Ondertussen legde de verpleegkundige haar hand op mijn schouder en fluisterde: “Goe dat ge der zijt”. Een mooier schouderklopje kon ik me echt niet wensen. Het is mijn manier van present zijn: recht doen aan de mens achter de zorgvrager met focus op zijn levenskwaliteit.

Ik vind het heel fijn om mensen te zien genieten van muziek in Zigzag (een huis waar volwassenen met psychosociale problemen elkaar kunnen ontmoeten). Bij ‘Vinylzondagen’ met een platendraaier plaatjes draaien, de tijd even stil zetten, en dan mensen horen meezingen, is heel tof! Bij ‘vragen staat vrij’ kunnen mensen hun favoriete nummer(s) laten draaien. Bij ‘fuiven’ (top 100 fuif allertijden, lentefuif, …) gaat iedereen uit de bol. Sfeer! En als je dan op het laatst bij het nummer ‘Thank you for the music’ van ABBA mensen voor jou in een cirkel ziet dansen en heel veel dankbaarheid krijgt, dan krijg je als huis dj kippenvel. Héél blij om dit te mogen doen!

Ik herinner mij een patiënte die bij de informatieoverdracht werd bestempeld als ‘een specialleke’. Ze had haar eigen ritme, sliep lang, wilde pas ontbijten om 11 uur en bezoek liet ze nauwelijks toe. Het was zondag, ik liep de kamer binnen, en bracht haar late ontbijt. ‘Zal ik je wat gezelschap houden of eet je liever alleen’, vroeg ik. ‘Laat mij maar alleen’, zei ze. Dat bevestigde voor mij wat de verpleging me al verteld had, ze gaf duidelijk haar wens naar afstandelijkheid aan. Op woensdagavond was ik opnieuw aan het werk op de afdeling, ik twijfelde of ik bij haar binnen zou gaan. Heel voorzichtig stak ik mijn hoofd door de deur. ‘Dag, kan ik iets betekenen voor jou?’ ‘Kom maar naar binnen’, zei ze enthousiast. Ze vroeg me of ik haar een glas water kon inschenken. Ik vroeg haar hoe haar dag was geweest en ze begon te vertellen. Ze had een goeie dag gehad, de misselijkheid was weg en de pijn onder controle. Ze zag er gelukkig uit. Uit haar verhaal kon ik afleiden dat ze vroeger in de horeca werkte en dat ze een hard werkend avondmens was geweest. Ze was inderdaad ‘een specialleke’, maar ze was vooral een bijzonder wijze dame waar ik nog veel van kon leren. Het gesprek was ontzettend boeiend, anderhalf uur heb ik bij haar op de kamer gezeten, ze genoot ervan haar levensverhaal met mij te kunnen delen. In ‘het echte leven’ zou ze een goeie vriendin van mij kunnen zijn, we bleken goed overeen te komen. Ze had een succesvolle frituur gehad in Brugge, de stad waar ik ben opgegroeid. ’Mmmm, alleen al erover spreken doet goesting krijgen.’ Ze gaf aan dat een bakje frieten haar wel zou smaken. Om 21 uur ’s avonds was dat helaas niet meer mogelijk. We babbelden nog wat verder en smeedden toekomstplannen. ‘Morgen om 18 uur, zie je het zitten?’, vroeg ik. ‘Ja, een kleintje met mayonaise en een grote saté’. Op donderdag genoten we samen van een bakje geluk. Voor mij zouden nog vele bakjes volgen maar voor haar was het de laatste keer en dat deed haar zichtbaar deugd. Ze genoot niet enkel van haar menu, maar ook van mijn gezelschap. Bij het naar huis gaan trok ik met een voldaan gevoel de deur achter me dicht, ik was blij dat ik dat voor haar had kunnen betekenen. Tien dagen later was ik opnieuw op de afdeling en was ze er slecht aan toe. Ze was misselijk, moe en had veel pijn. ‘Dag’, kon ze nog opbrengen te zeggen. Haar gezicht vertelde me dat ze graag alleen wou zijn. Kort daarna pleegde ze euthanasie.

Wil jij ook graag zo'n Presentmomenten beleven? Word vrijwilliger en maak het verschil!